maandag 28 mei 2012

Slechterik (Veluws hekeldicht XVII)



Boze vader van de leugens, vorst in het rijk der duisternis,
als een engel van licht verschijnt gij aan de schamelen
na uw ongenadige val in afkerigheid van de directie.

Als slang der lusten wierp gij vanaf het begin der tijden
de vrucht van goed naar kwaad en vierde de zondeval
als een dolle geitenbok op een fiets zonder bel of rem.

Toen uw meesterproef met ziekte en plaag op vrome Job
een gotspe bleek te zijn ter vermaak van rechtvaardigen,
werd aan het slot uw naam niet meer genoemd op de titelrol.

Maar af en toe, wanneer het regent in mijn dorp en hoofd,
kom ik u tegen aan de toog van de kroeg op het oorlogsplein
waar wij een biljard leggen en loensen naar boerinnen.
 

© René Hillenaar

Geen opmerkingen:

Een reactie posten