donderdag 21 januari 2010

Duivel in haar bed (Veluws hekeldicht V)



Waar het leistenen humeur zijn schaduw op de kudde kanselt
en de klompen kletsen over keien in het vaal geveegde dorp,
daar fietsen angstig geknotte meisjesmensen, door vaders hand
onder de rok bewezen en in den bleke bilnaad opgeschuurd,
hun hoedjes in het plastic aan het stuur, langs het café
waar daglicht sterft met de zeden.

Ik kende daar de barman met zijn biergebleekte vuile hemd,
de duivel in zijn beurs en mond en likdoorns op hak en ziel.
Men vertelde dat hij is genezen en nog louter muze drinkt,
gedichten schrijft en naar de letters stinkt.

Zijn liefje stopt hem ’s avonds in een bad met doorkijk water,
wrijft tot klinkers, maakt hem stijf, waarna hij,
als vanouds, wat later, zijn duivel even vrijlaat op haar lijf.



© René Hillenaar

Geen opmerkingen:

Een reactie posten