Niet geënt groeiend op de vreesstam bloeit alles kapot door kruisbestuiving in het dal tussen rivier en heuvelrug waar zwartzwelgende dorpsmannen scheve wilgen en vrouwen beknotten met de duim op het lid dat trillend tot stilstand komt nadat de laatste druppel benut of van de schoen gepoetst is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten